Jan Everink Site
www.janeverink.com
door ing. Jan Everink
oktober 2019
Het goed kunnen omgaan met informatie is in de moderne samenleving steeds belangrijker geworden. We worden voortdurend overstelpt met informatie, maar lang niet al die informatie is belangrijk en juist. Informatiebewustheid houdt in dat je zelf bepaalt welke informatie je opneemt en welk belang je aan die informatie hecht.
Dagelijks wordt er een stroom informatie over je uitgestort. Wie niet informatiebewust is wordt ongemerkt en ongewild door deze informatielawine beïnvloed. Het gevolg daarvan kan zijn dat je steeds minder jezelf bent. In het algemeen heeft de hedendaagse samenleving een effect op mensen waardoor ze minder informatiebewust worden. Maar dat is niet onvermijdelijk; in dit artikel enige tips om je informatiebewustheid op peil te houden en indien nodig te herstellen.
Informatiebewustheid houdt op de eerste plaats in dat je weetgierig bent, in veel dingen geïnteresseerd. "Mensen die succes hebben in het leven, houden nooit werkelijk op met studeren en leren," aldus L. Ron Hubbard in het populaire zelfhulpboekje "De weg naar het geluk". [ref. 1] Hubbard wordt door veel mensen beschouwd als de belangrijkste wetenschapper en spirituele leider van de moderne tijd.
Belangrijk is verder om met betrekking tot informatie steeds een oplettende attitude te hebben. Niet alleen moet je steeds uit de overvloed aan beschikbare informatie een keuze maken, ook moet je de geselecteerde gegevens beoordelen wat betreft belangrijkheid en juistheid.
Informatiebewustheid is de normale menselijke attitude maar die wordt vaak in de loop van het leven minder. Baby's beginnen met het vergroten van hun kennis en begrip vóór ze iets anders gaan doen. Ze kijken rond, luisteren naar geluiden en proberen te begrijpen wat er rondom hen gebeurt.
Dat baby's in het algemeen heel informatiebewust zijn valt niet onmiddellijk op omdat ze nog niet kunnen praten en dus nog geen vragen kunnen stellen. Toch zijn ze al vrij snel na de geboorte bezig met het vergaren van informatie, namelijk door rond te kijken. In het begin is dat een soort van geïnteresseerd staren, maar al gauw wordt de belangstelling van de baby veel meer gericht. [ref. 2]
Met name leert een kind doorgaans heel spoedig om met andere mensen te communiceren. Ongeveer 6 weken na de geboorte maken baby's al oogcontact met andere personen. [ref. 2] Het willen verkrijgen van kennis over de omgeving en de aanwezige mensen is bij een baby blijkbaar een belangrijke drijfveer. Mensen worden informatiebewust geboren, dus de vraag is waarom ze dat later vaak niet meer zijn.
Soms gaat het al gauw verkeerd, namelijk doordat bij het communiceren met kinderen de taal niet adequaat wordt gebruikt. Een kind begint al heel vroeg met het leren van taal. Het begrijpen van woorden komt eerder dan het beginnen te praten. Door onderzoek is bevestigd dat 6 maanden oude baby's vaak al korte gesproken zinnen begrijpen. [ref. 3]
Het zelf de eerste woorden gebruiken om te communiceren begint veelal rond de leeftijd van 1 jaar. Het leren praten is een spontaan proces, want peuters zijn in het algemeen nog heel weetgierig en informatiebewust. Als de volwassenen op een goede manier met een kind omgaan en praten zullen zijn woordenschat en taalvaardigheid snel verder toenemen.
Door het gebruik van taal kan een opgroeiende persoon in principe steeds meer kennis en begrip over de wereld, andere mensen en zichzelf verkrijgen. Als iemand de taal op een doeltreffende manier blijft gebruiken zal de toename van persoonlijke kennis en zekerheid blijven doorgaan. Daarom is het in de opvoeding heel belangrijk om een kind voortdurend te helpen bij zijn taalontwikkeling.
Omdat kinderen nog maar een beperkte woordenschat hebben kan het soms lastig zijn om precies te begrijpen wat ze bedoelen. Toch is het belangrijk dat onduidelijke communicaties van kinderen niet worden genegeerd. Als een kind het gevoel krijgt met zijn woorden niet tot de volwassenen te kunnen doordringen zal dat zijn taalontwikkeling belemmeren. Als de taalvaardigheid van een kind achterblijft zal daardoor ook de informatiebewustheid verminderen.
De normale informatiebewuste geesteshouding kan ook na de kindertijd vanuit de samenleving ongunstig worden beïnvloed. Met name door de verschillende soorten publiekscommunicatie verliezen mensen met betrekking tot informatie in de loop van het leven vaak hun kritische attitude. Bij veel publiekscommunicatie gaat het namelijk meer om conditionering dan om informatieverstrekking.
Het fenomeen conditionering werd experimenteel aangetoond en beschreven door Ivan Pavlov. Deze liet zien dat het mogelijk is honden te leren om bij het horen van een bel speeksel af te scheiden zoals normaliter gebeurt als er voedsel aan het dier wordt getoond. Door B.F. Skinner werd op basis van dit fenomeen een systeem ontwikkeld om menselijk gedrag te beïnvloeden, de zogenoemde operante conditionering. In de tegenwoordige samenleving wordt conditionering bij mensen helaas vaak normaal gevonden en toegepast, hoewel minder dan vroeger.
In het verleden was het onderwijs grotendeels gebaseerd op conditionering. Van de leerlingen werd een passieve attitude verwacht, waarbij de leerstof kritiekloos moest worden gememoriseerd. Gelukkig is er in het onderwijs al veel veranderd; de nadruk ligt tegenwoordig veel meer op het stimuleren van een onderzoekende geesteshouding en het aanreiken van methodes om zelfstandig nieuwe kennis te verwerven.
Terwijl conditionering in het onderwijs steeds minder een rol speelt wordt dit systeem in de publiekscommunicatie nog vaak toegepast. Met name veel reclamemethodes zijn tegenwoordig nog steeds gebaseerd op conditionering, hoewel bekend is dat deze technieken weinig effectief zijn. Door sommige reclamemakers wordt gelukkig ook een veel betere aanpak toegepast: de informatieve reclame. Daarbij wordt de bedrijfs- en productpromotie gecombineerd met nuttige informatieverstrekking.
Toch wordt nog veel conditionering toegepast, en niet alleen in de reclame. Ook veel journalistiek heeft een conditionerend effect, namelijk doordat met herhaling wordt ingespeeld op bestaande vooroordelen. Zo wordt ten onrechte de indruk gewekt dat het gaat om informatie waarvan de relevantie en juistheid vaststaan. Krantenkoppen dienen vaak vooral als aandachttrekkers voor sensationele berichtgeving waar niemand belang bij heeft.
Ook bij het promoten van bepaalde ideeën is conditionering niet ongewoon. Met betrekking tot sommige ideële boodschappen is het zelfs taboe om de informatie persoonlijk te beoordelen. Onderdeel van zulke dogmatisch gepropageerde ideeën is dat aan de juistheid ervan niet getwijfeld mag worden.
In deze tijd waarin veel reclame, journalistiek en propaganda is gebaseerd op conditionering kan het soms tamelijk moeilijk zijn om informatiebewust te blijven.
Op verschillende manieren kan iemand gelukkig zijn informatiebewustheid indien nodig herstellen, behouden en verder verbeteren. Op de eerste plaats is een in het algemeen bewuste en enthousiaste lifestyle nodig. Bij verstrooidheid en apathie wordt iemand blootgesteld aan conditionering, terwijl waakzaamheid en alertheid er tegen beschermen.
Behalve door conditionerende publiekscommunicatie kan iemands bewustzijnsniveau door onder meer stress, ziekte, te weinig slaap of lang tv kijken omlaag gaan. Dan is het zaak om dit te herkennen en jezelf weer in goede mentale conditie te brengen.
Er zijn verschillende boeken geschreven over hoe men verstrooidheid en apathie kan tegengaan. Vermeldenswaard is bijvoorbeeld "Het euvel van de tijdnood" door James T. McCay. [ref. 4] Ook nog altijd interessant is het boekje "Leef enthousiast!" door B. Warndorff. [ref. 5]
(De literatuurreferenties staan aan het eind van deel 2.)