Jan Everink Site |
www.janeverink.com |
Lengte: 2,8 km. Begin en einde: Centraal Station, Amsterdam. Deze wandeling gaat door een prachtig oud gedeelte van Amsterdam. De vermelde bezienswaardigheden zijn maar een kleine greep uit het vele moois dat op deze route te zien is. Op de Oude Zijde woonden al mensen voordat de aanleg van een dam in de Amstel het begin was van de stad Amsterdam. Toen men later ook op de westelijke oever van de Amstel ging wonen werd die omgeving de Nieuwe Zijde genoemd en kreeg de oostelijke nederzetting de naam Oude Zijde. De naam Oude Zijde is nog steeds in gebruik, maar als het vooral gaat om de in deze omgeving tegenwoordig plaatsvindende prostitutie wordt ook wel gesproken over de Wallen of het Red Light District. Deze wandeling is niet voor rustzoekers want in dit gebied is het meestal heel druk. De Oude Zijde is namelijk enorm in trek bij toeristen.
Het Centraal Station werd in 1887 gebouwd op een eiland dat werd aangelegd op de plaats waar voorheen reizigers per schip arriveerden. De toenmalige haven, het Damrak, was doordat de zeeschepen steeds groter waren geworden als haven in onbruik geraakt. Architect van het station was Pierre Cuypers.
De Sint-Nicolaaskerk is een mooi voorbeeld van het laat-19de-eeuwse eclectische ontwerpprincipe, waarbij de architect zich liet inspireren door meerdere bouwstijlen uit het verleden. Dankzij dat principe was het mogelijk om unieke gebouwen met een geheel eigen karakter te ontwerpen. De kerk werd gebouwd in de 19de eeuw, toen de katholieken weer godsdienstvrijheid hadden gekregen. Er was een periode van enthousiaste kerkenbouw aangebroken. Op de gevel van de Sint-Nicolaaskerk zie je een beeld van de patroonheilige. In Amsterdam, stad van zeevaarders, is de verering van Sint-Nicolaas als beschermer van zeelieden altijd heel belangrijk geweest. Mogelijk is ook daarom de jaarlijkse intocht van Sinterklaas in Amsterdam zo'n opmerkelijk spektakel.
De Zeedijk die je links laat liggen (verderop gaat een stuk van de route wel over deze straat) was enkele decennia geleden een beruchte straat. De kop van de Zeedijk was vooral bekend vanwege de drugshandel. Dankzij onder meer restauratie en nieuwbouw door Stadsherstel is de Zeedijk nu een vriendelijke uitgaans- en winkelstraat. Op het adres Zeedijk 1 staat een van de oudste huizen in de stad. Het pand wordt in oude documenten "int Aepgen" genoemd en tegenwoordig is op de begane grond een café met de naam Int Aepjen gevestigd. Het verhaal gaat dat de uitdrukking "in de aap gelogeerd zijn" te maken heeft met een herberg die hier ooit gevestigd was. De door zeelieden meegebrachte apen die er werden gehouden hadden vaak luizen, die via het beddengoed op de gasten terecht kwamen. Het korte smalle straatje met de naam Sint Olofspoort waar je doorheen komt is genoemd naar de stadspoort die hier vroeger was.
Bij het gevelontwerp van de nieuwbouw op Warmoesstraat 25-29 is gestreefd naar harmonie met de bestaande oudbouwpercelen. Eind vorige eeuw koos de gemeente voor een behoud- en herstelbeleid in de binnenstad. Als nieuwbouw nodig is dan moet deze aansluiten op de bestaande bebouwing.
In het pand waar nu op het adres Oudezijds Voorburgwal 40 het museum Ons Lieve Heer op Solder is gevestigd vonden gedurende de Calvinistische overheersing in het geheim katholieke kerkdiensten plaats. In Amsterdam hadden de katholieken relatief veel vrijheid; de katholieke schuilkerken werden oogluikend toegestaan. De schuilkerk Ons Lieve Heer op Solder kon tot stand komen doordat de rijke koopman Jan Hartman een verdieping van zijn huis beschikbaar stelde. Door ingrijpende verbouwing werd daar een prachtig kerkinterieur gecreëerd. Meer dan twee eeuwen hebben de katholieken er hun kerkdiensten gehouden.
Het Oudekerksplein is een mooi voorbeeld van het eerdergenoemde Amsterdamse behoud- en herstelbeleid. Oude panden rondom het plein zijn gerestaureerd en waar dat niet meer mogelijk was vervangen door harmoniërende nieuwbouw. Waar tegenwoordig de Oude Kerk staat heeft waarschijnlijk ooit het eerste kerkje van Amsterdam gestaan. De Amsterdamse parochie groeide snel en op de plaats van het eerste kerkje werden grotere en mooiere kerken gebouwd. Toen er later nog meer kerken in de stad kwamen werd deze eerste kerk de Oude Kerk genoemd.
Het Nationaal Monument op de Dam staat op de plaats waar zich vroeger de dam in de Amstel bevond. Tot in de 19de eeuw werd op deze plaats de vismarkt gehouden. Het voedsel voor de bevolking bestond namelijk in vroegere tijden voor een belangrijk deel uit versgevangen vis. Rond het monument heerst tegenwoordig bij mooi weer een gezellige drukte. Amsterdammers en toeristen bevolken dan de terrassen van de horeca in de omgeving en de treden rondom het monument.
In de Bethaniënstraat en de Bethaniëndwarsstraat is goed te zien hoe dankzij het behoud- en herstel beleid zoveel mogelijk van de authenticiteit van deze stegen behouden is gebleven. De nieuwbouw is weliswaar modern maar is mooi in het bestaande straatbeeld geïntegreerd.
Zodra je uit de Bethaniënstraat op de Kloveniersburgwal komt zie je vrijwel recht voor je aan de overkant van het water een indrukwekkend gebouw in classicistische stijl. Dit is het Trippenhuis, dat in de 17de eeuw werd gebouwd als woonhuis voor de schatrijke broers Louis en Hendrik Trip. Met dit pand werd voor het eerst in Europa gebroken met de ongeschreven wet dat alleen adellijke families in dergelijke paleisachtige huizen mochten wonen. Het was een belangrijke overwinning van de stedelijke cultuur op het feodalisme. Tegenwoordig is de Koninklijke Academie van Wetenschappen in het gebouw gevestigd.
Aangekomen bij de brug zie je aan de overkant van de Oude Hoogstraat, op de hoek met de Kloveniersburgwal, een opmerkelijk neogotisch gebouw, dat eind 19de eeuw werd ontworpen door architect C.H. Peters. Dit gebouw is onderdeel van een gebouwencomplex, het Oost-Indisch Huis, de voormalige uitvalsbasis van de Oost-Indische Compagnie. Het complex werd meerdere keren verbouwd en bevat stijlkenmerken uit verschillende periodes. De binnenplaats is voor het publiek toegankelijk en vanaf de Oude Hoogstraat via een poort bereiktbaar.
In het opvallende historische gebouw op de Nieuwmarkt, de Waag, is tegenwoordig een restaurant gevestigd. Dit gebouw was oorspronkelijk een stadspoort, de Sint-Antoniespoort, maar het heeft ook verschillende andere bestemmingen gehad. Onder meer werd er ooit anatomische ontleedkunde onderwezen. Ook had het St-Lucas Gilde, de middeleeuwse beroepsvereniging van kunstenaars en beoefenaren van creatieve ambachten, er lange tijd een onderkomen.
Oorspronkelijk was de Zeedijk inderdaad een zeedijk. Het IJ was namelijk vroeger veel breder dan nu en stond via de Zuiderzee in open verbinding met de Noordzee. De Zeedijk vormde in de Middeleeuwen de grens tussen de stad en het water. Tegenwoordig is de Zeedijk een gezellige uitgaansstraat. Enkele vermaarde horecagelegenheden aan de Zeedijk zijn tearoom Latei, café 't Mandje en proeflokaal Int Aepjen.
Op de hoek van de Zeedijk en de Oudezijds Kolk heb je naar links een mooi uitzicht over de Oudezijds Voorburgwal.
Waar je op de Prins Hendrikkade komt zie je rechts de Schreierstoren, een overblijfsel van de 15de-eeuwse stads-ommuring. Vanaf de Prins Hendrikkade, oorspronkelijk de Buitenkant geheten, had men vroeger een vrij uitzicht over het IJ en de ingang van de Amsterdamse haven, het Damrak. Vanuit hun mooie grote huizen aan deze kade konden de rijke kooplieden van de Oost-Indische Compagnie hun schepen zien uitvaren en binnenkomen.
Einde |
Copyright © 2012 Jan Everink